Fiscaal vriendelijk vergoeden van zonnepanelen en warmtepompen
Sinds enige tijd bestaan er in de praktijk diverse cafetariaregelingen, waarbij brutoloon wordt uitgeruild voor een vergoeding voor zonnepanelen en warmtepompen. De vraag is daarmee: hoe fiscaal vriendelijk is deze vergoeding?
Als deze zaken vervolgens worden aangewezen in de vrije ruimte, bestaat het risico dat deze overschreden wordt. En dat er 80% eindheffing moet worden afgedragen. Om de uitruil voor de werkgever toch kostenneutraal te houden, wordt er meer brutoloon uitgeruild dan dat de werknemer hier aan vergoeding voor terugkrijgt. De extra eindheffing wordt hierdoor – verminderd met het voordeel van de werkgeverslasten door een lager SV-loon – (deels) gecompenseerd. Maar is het fiscaal toegestaan om af te zien van extra loon, omdat de werkgever mogelijk extra kosten heeft in de vorm van de verschuldigde eindheffing? De Kennisgroep loonheffing heeft hierover een standpunt gepubliceerd. De volgende casus licht dit standpunt toe.
Casus
In deze casus ging het om de uitruil van € 740 brutoloon voor een vergoeding van € 600 voor het leasen van zonnepanelen. Door de hoogte van de vergoeding stond de gebruikelijkheid niet ter discussie. Om fiscaal af te zien van brutoloon, moet de werknemer vóór het genietingsmoment afstand hebben gedaan van het loonbestanddeel. De Kennisgroep vond het niet relevant dat het ingeleverde brutoloon hoger was dan de vergoeding die de werknemer ervoor terugkreeg. De werkgever en werknemer mogen de beloning optimaal afstemmen op de fiscale mogelijkheden.
Cafetariaregeling
De werkgever geeft in de cafetariaregeling aan dat een deel van het brutoloon waarvan is afgezien wordt gebruikt om de uitruil kostenneutraal te houden. Maar voor de werknemers vormt dit geen (recht op) loon. Na het afzien van dit loon, hebben de werknemers namelijk geen zeggenschap over de besteding hiervan. Volgens de Kennisgroep is verhaal van eindheffing op de werknemer niet toegestaan (dus ook niet in deze casus). De werknemer neemt namelijk vrijwillig deel aan de regeling, waardoor er geen vordering ontstaat tot verhaal op hem. De werknemer maakt een keuze over de samenstelling van zijn beloning, die als zodanig wordt verloond. Hierover berekent de werkgever op correcte wijze de belastingheffing.